Kansberekening vakantie
Op school kreeg ik volgende opgave:
Volgens de gegevens van een reisbureau over de reizigers die een reis boekten vorige zomer, 10% denkt erover te reizen tijdens de kerst en paasvakantie. Ze informeren dat 40% van zij die reizen in de kerstvakantie, ook voorzien hebben in de paasvakantie te reizen daarentegen 25% van zij die gereisd hebben vorige zomer hebben niet voorzien te reizen in de kerst en paasvakantie.
Als we een persoon op 't geluk uitkiezen die in de zomer gereisd heeft:- wat is de kans dat die voorzien heeft in de paasvakantie te reizen?
- wat is de kans dat die enkel een reis gaat maken, of met kerst of met Pasen?
Kateri
Student Hoger Onderwijs België - maandag 26 oktober 2009
Antwoord
Ik heb 't nu al een aantal keren doorgelezen en 't wordt er maar niet helderder op...
Ik ga er maar even van uit dat het steeds om dezelfde groep gaat. Dat zijn die mensen die vorige zomer een reis hebben geboekt. Van die groep denkt 10% er over om tijdens de kerst en de paasvakantie te reizen. Verder is bekend dat 25% niet met kerst en niet met pasen van plan is om op vakantie te gaan.
Deze groep mensen bestaat 'feitelijk' uit 4 soorten mensen waarvan we op dit moment in ieder geval dit weten:
Nu weten we nog niet genoeg, maar 40% van die lieden die de kerstvakantie doen doen ook de paasvakantie. Dat wil zeggen dat 60% van die kerstvakantieganger doen dus niet de paasvakantie. Als die 10% dan 40% is van de mensen die met kerst vakantie denken te doen dat is het totaal 25% waarvan 15% van de mensen niet de paasvakantie doen! Dat was verreweg het lastigst...
Nu kan je de rest invullen en de vragen beantwoorden.
Ik hoop dat ik 't verhaal goed geinterpreteerd heb en hopelijk lukt het hiermee... en anders horen we 't wel.
donderdag 29 oktober 2009
©2001-2024 WisFaq
|