Stelsels van twee vergelijkingen
Hallo Wisfaq,
2 problemen waar ik niet goed uit geraak.
1) Een kasbon van 10.000 € en een van 25.000 € brengen samen jaarlijks 35.000 € op. Als je de intrestvoeten omwisselt is de intrest 237,50 € hoger. Bereken beide intrestvoeten. Ik werkte uit: ((10.000·(x/100)+25.000·(y/100)=35.000)) (1) ((10.000·(y/100)+25.000·(x/100)=35.000+237.50)) (2) of: (10x+25y=35000) (1)· (25) (25x+10y=35.237.50) (2)·-(10) ( 250x+625y = 875000) (-250x-100y =-352.375) Dan kom ik op een waarde die voor y negatief is. Is er wat mis...?Duidelijk wel denk ik,maar weet niet wat er mis gaat...
2) Jan rijdt met de fiets om 12 uur uit Brugge weg met een gemiddelde snelheid van 18 km /uur en legt een bepaald traject af. Lieven,zijn vriend,vertrekt uit Brugge eveneens maar een half uur later met een snorfiets die gemiddeld 28 km per uur aflegt. Waar haalt Lieven Jan in?. Hoeveel km hebben ze dan afgelegd?.
Ik redeneerde dat Jan al 9 km weg is op het traject als Lieven vertrekt. Lieven heeft er na een half uur 14 km gedaan maar Jan dan al 18km. Het verschil is dan 4 km... Verder kom ik niet .... Wat hulp is welkom... Groetjes, Rik
Rik Le
Iets anders - woensdag 29 april 2009
Antwoord
Probleem 1 Volgens mij gaat het niet echt mis. y is in ieder geval niet negatief. Ik kom uit op: x 101.1 en y 99.5 Dus wat is het probleem? Geen probleem! 't Is wel een mooie rente... 101.1% en 99,5%? Welke bank is dat? Dat wil ik ook! Het lijkt misschien wat vreemd, maar met 35.000 tegoed een opbrengst halen van 35.000 is natuurlijk ook wel bijzonder.
Dus geen probleem...
Probleem 2 Neem t de tijd in uren dan is de afgelegde weg (of afstand tot Brugge) in kilometer gelijk aan:
S(t)=18·t (Jan) S(t)=28(t-0,5) (Lieven)
Het oplossen van 18t=28(t-0,5) geeft je t en S. En dat zal het probleem ook niet zijn...
woensdag 29 april 2009
©2001-2024 WisFaq
|