Kansbegrippen
dag meneer of mevrouw, ik heb nog een vraagje: ik moet volgende oefening maken: Onderzoek toont aan dat de kans op de geboorte van een meisje 48,65% is en die van een jongen dus 51,35%. Schat, door middel van een simulatie, de kans dat er in een gezin met 3 kinderen, twee meisjes en één jongen zijn. ik weet niet hoe ik hier moet aan beginnen :$, heb eerst de theorie dat in dit stuk staat doorgenomen maar ik vin niet hoe te beginnen ik moet dus de kans berekenen maar ik vind nergens iets over de kans enzo ik weet ook niet wat de oplossing kan zijn dus weet ik niet naar wat ik kan streven ofzo kunt u wat uitleg geven zodat ik alvast een begin heb ofzo? alvast erg bedankt groetjes yann
yann
3de graad ASO - donderdag 5 februari 2009
Antwoord
Dat je niets over een kans kunt vinden is natuurlijk flauwe kul! Op de derde regel van je tekst staan ze toch gewoon! We mogen wel iets meer eigen inspanning van je vragen, lijkt me. Nu de vraag zelf: de 3 kinderen kun je je voorstellen als mmj of mjm of jmm. En nu gebruik je de (gegeven) kansen. Iets met vermenigvuldigen, denk ik. MBL
MBL
donderdag 5 februari 2009
©2001-2024 WisFaq
|