Re: Re: Een groep van 14 personen met 3 economisten
9/14, ik had inderdaad hetzelfde..
sofie
Student Hoger Onderwijs België - maandag 9 juni 2008
Antwoord
Zullen we dan de definitie maar gebruiken?
Met A en B als de volgende gebeurtenissen.
A: precies 1 economist B: minstens 1 economist
P(B)=1-P(geen economist)=1-3/13=10/13 P(A en B)=P(A)=45/91
P(A|B)=9/14
Blijft de vraag wat er fout was aan onze redenering! Al een idee?
maandag 9 juni 2008
©2001-2024 WisFaq
|