Re: Vraagstukken oplossen met tweedegraadsvergelijkingen
Als je deze vergelijking oplost, kom je uit: x1 = -22 x2 = 22 Vul deze 2 oplossingen in: (-22)2 -(-22) = 506 -- Juist 222 - 22 = 462 -- Fout Enkel -22 is een juist antwoord. Waarom kom je dan ook 22 uit bij het oplossen van de vergelijking?
Katrie
Iets anders - dinsdag 3 juni 2008
Antwoord
Volgens mij is er iets misgelopen bij je berekening van de wortels van de vergelijking. De juiste x-waarden zijn x=23 of x=-22
Kevin
vrijdag 6 juni 2008
©2001-2024 WisFaq
|