Re: Orde symbolen
Hallo, Ik heb nog een eigenschap gevonden waarvan ik wil bewijzen dat het waar of niet waar is. epsilon gaat naar 0 Als f(eps)=o(g(eps)), dan int[f(eps)]d(eps)=o(int[g(eps)]d(eps)), de integralen lopen van o tot eps. Ik zie niet hoe ik dit moet bewijzen, het lukt mij ook niet om een tegenvoorbeeld te vinden. Groeten, Viky
viky
Student hbo - woensdag 20 februari 2008
Antwoord
Strikt genomen hoeft het niet te gelden: nabij 0 geldt 1/eps=o(1/eps2) maar beide functies hebben een divergente integraal nabij 0, dus de conclusie zou luiden dat oneindig=o(oneindig) wat niet echt zinvol is. Echter als int(g(t),t=0..eps) bestaat voor eps dicht bij 0 dan geldt de relatie wel. Zij eta 0, te bewijzen er is een delta 0 zo dat |int(f(t),t=0..eps)| eta*int(g(t),t=0..eps) als eps delta. Gebruik dat f=o(g) en neem delta 0 zo dat |f(t)| eta*g(t) als t delta; dan volgt de ongelijkheid voor elke eps delta meteen uit de eigenschappen van de integraal.
kphart
woensdag 20 februari 2008
©2001-2025 WisFaq
|