Een vergelijking met dubbele haakjes
In mijn boek financieel management ben ik een voorbeeld tegen gekomen waar ik niet (meer?) uitkom. Ik heb toch echt wiskund HAVO gedaan, en't moet ergens zitten. Maar hoe zat't ook alweer? Het voorbeeld: (6Y x 0,897) + (3Y x 0,797) = 26750 De oplossing is gegeven: Y = 3441 maar hoe komen ze erop?
Slo
Student universiteit - zaterdag 5 januari 2008
Antwoord
Om het aanschouwelijk te maken: 6·y·0,897 = 6·0,897·y = 5,382·y = 5,382y 3·y·0,797 = 3·0,797·y = 2,391·y = 2,391y 7,773y = 26750 y = 26750/7,773
pl
zaterdag 5 januari 2008
©2001-2024 WisFaq
|