\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Vergelijkingen oplossen

Hoe is dit het handigst te doen?

Ik heb geprobeerd de wortel van 6x op de rechter zijde toe te passen, dan heb ik 2 aan de linker zijde maar dan is de rechterzijde nog meer een zooi.

26x = 8x²-3

Ik kwam zover als

2 = (8x²-3)1/6x

Dan de machten vermenigvuldigen kwam ik op (6x3-18x) als macht over 8.

2 = 86x3-18

Logaritmes

8log2 = 6x3-28

...
log2/log8 = 6x3-28
log2/log8 + 28 =6x3
(log2/log8)^(1/3) + 28 = 6x
((log2/log8)^(1/3) + 28) / 6 = x

Aarghhh en hier vertrouw ik mezelf echt niet meer. Of moet het wel zo? Deze som gaat echt te ver.

Pieter
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 17 augustus 2007

Antwoord

We zullen 's met de eerste beginnen....

De opgave:
26x=8x2-3

Vergelijkingen met machten pak je meestal aan dat je uitkomt op een vorm als:

2a=2b

In zo'n geval weet je dat a=b.

Zo ook hier:

26x=8x2-3
26x=(23)x2-3
26x=23x2-9
6x=3x2-9
..en dan verder oplossen....

Bij de tweede vergelijkingen is het misschien handig te bedenken dat 8log2 'gewoon' een getal is! Het is namelijk gelijk aan 1/3. Dat is iets wat je eventueel met log(2)/log(8) met je GR nog wel kan bepalen. Maar als je begrijpt wat logaritmen zijn kan je 't ook zonder!

glog(a)=b Û gb=a
Dus 8b=2 Þ b=1/3

De vergelijking wordt dan:
1/3=6x3-28
En dan verder oplossen...

Hopelijk helpt dat...

Zie ook 7. Exponentiele en logaritmische vergelijkingen oplossen


vrijdag 17 augustus 2007

©2001-2024 WisFaq