Re: Rekenkundige rijen en meetkundige rijen
Als ik het goed voorheb wordt dat dan
a+b-4+c=26
a+a·q+a·q2=26
maar ik zie hier niet in hoe je dan verder moet want je moet toch een vergelijking hebben in a en v?
Kevin
2de graad ASO - dinsdag 20 maart 2007
Antwoord
Beste Kevin,
Gegeven is dat a+b-4+c = 26, maar omdat a,b,c rekenkundig is kun je b vervangen door a+v en c vervangen door a+2v, zo heb je een vergelijking in a en v.
Ook weet je dat a,b-4,c meetkundig is, dus c/(b-4) = (b-4)/a. Maar als je hier weer b en c vervangt in functie van a en v, heb je weer een vergelijking in a en v.
mvg, Tom
dinsdag 20 maart 2007
©2001-2024 WisFaq
|