Re: Geef twee getallen waarvan de som 10 is en het product 7 Dit is een reactie op vraag 49785 Hartelijk dank voor de vlugge respons.Hoe bent u te werk gegaan? jaak b Ouder - dinsdag 20 maart 2007 Antwoord Dat was de vraag toch niet?Maar:a+b=10 Þ a=-b+10 (1)a·b=7 (2)Vul (1) in (2) in:(-b+10)·b=7...en dat is een tweedegraads vergelijking die zich laat oplossen. Bijvoorbeeld met kwadraatafsplitsen of de ABC-formule. De product-som methode is minder geschikt... dinsdag 20 maart 2007 ©2001-2024 WisFaq
Hartelijk dank voor de vlugge respons.Hoe bent u te werk gegaan? jaak b Ouder - dinsdag 20 maart 2007
jaak b Ouder - dinsdag 20 maart 2007
Dat was de vraag toch niet?Maar:a+b=10 Þ a=-b+10 (1)a·b=7 (2)Vul (1) in (2) in:(-b+10)·b=7...en dat is een tweedegraads vergelijking die zich laat oplossen. Bijvoorbeeld met kwadraatafsplitsen of de ABC-formule. De product-som methode is minder geschikt... dinsdag 20 maart 2007
dinsdag 20 maart 2007