Aantal klassen in een histogram

Moet je een welbepaald aantal klassen hebben in een histogram?
Bijv. ik heb van 100 personen het gewicht bepaald. De uitersten zijn
49kg en 109kg.
Hoeveeel klassen moet ik maken, of mag ik vrij kiezen, bijv. per 5 kg?

Roger
2de graad ASO - maandag 25 september 2006

Antwoord

Beste Roger,
Echte regels hiervoor bestaan er niet, maar wel worden vaak richtlijnen gegeven. In de meeste boeken zul je een vuistregel vinden die meestal aangeven iets van tussen de 5 en 12 klassen.
Niet te weinig, want dan 'verlies' je teveel informatie, en niet teveel want dan verlies je het overzicht.
(zie bv. “Praktische Statistiek”, K.L. Boon, Spuijt, Can Mantgem & De Does BV, Leiden, 1979, pg 62 en 63 en “Statistiek om mee te werken”, Dr. A. Buijs, EPN, ISBN: 90-207-2733-8, pg. 14)

Iets verder speuren levert nog wel een wortel regel op:
K = √(n)
Met n het aantal frequenties (of waarnemingen) en K het aantal klassen. Wel even afronden naar boven. Meestal wordt er dan alsnog een voorwaarde gesteld als bv. maximaal 12. (zie bv. http://www.statsoft.com/textbook/stbasic.html#frequency%20tables)

Nog dieper gravend kwam ik de volgende regel tegen:
K=1+log₁₀(n)

Ondanks al deze regels is 'gezond verstand' ook nog erg belangrijk. Door het aantal klassen te wijzigen, kan een onduidelijk of juist duidelijker beeld onstaan van de verdeling.

Het kan zelfs nog allemaal lastiger, zie http://www.fmrib.ox.ac.uk/analysis/techrep/tr₀0mj2/tr₀0mj2/node₂4.html

M.v.g.
Peter Stikker

woensdag 27 september 2006

©2001-2024 WisFaq