Re: Re: Vectorvoorstelling
Het inproduct moet 0 zijn. a·2 + b·3 + c·2 = 0 a·0 + b·0 + c·1 = 0 Uit het tweede volgt c=0. Dit invullen in de eerste: a·2 + b·3 = 0 Neem bijv. a=-3 dan is b=2. S: (-3,2,0) De gevraagde lijn wordt dan (x1,x2,x3)= (0,6,12) + l (-3,2,0) Of ben ik nu helemaal verkeerd bezig?? Bedankt voor alle hulp tot nu toe in ieder geval!! Groeten Tjen
Tjen
Student hbo - maandag 20 februari 2006
Antwoord
Beste Tjen, Dat ziet er goed uit Andere mogelijkheid was dus het vectorieel product ('uitwendig product'), dan vind je: (2,3,2)x(0,0,1)=(3,-2,0). Dit is natuurlijk hetzelfde als wat jij vond omdat het er evenredig mee is (schaal -1). mvg, Tom
maandag 20 februari 2006
©2001-2024 WisFaq
|