Twee breuken die vereenvoudigd moeten worden
(1/a+Öb)(1+(a/Öb) het antwoord is 1/Öb ik heb echter geen idee hoe aan dit antwoord gekomen wordt. Kan iemand mij daarin helpen? Tweede een zelfde soort vraagstuk war ik ook niet uitkom. ((a+Öb)/(a-Öb))((a2-b)/(a2+b)) antwoord ((a+Öb)2/(a2+b) Bij voorbaat dank
Chris
Student hbo - dinsdag 24 januari 2006
Antwoord
Beste Chris, Voor de eerste opgave: 1/(a+Öb)(1+a/Öb). Breng de vetgedrukte factor op één breuk (gelijke noemer Öb nemen), je kan dan vereenvoudigen. Voor de twee opgave, er geldt: a2-b2 = (a-b)(a+b) en pas dit toe op a2-b waarin je b kan zien als (Öb)2. Opnieuw kan je dan vereenvoudigen. mvg, Tom
dinsdag 24 januari 2006
©2001-2024 WisFaq
|