Groeiende oppervlakte
de functie is: B=½t2+2t Nu is de vraag: als t toeneemt van 3 tot 3+Dt hoeveel neemt B (10,5) dan toe? (uitdrukken in Dt). Deze vraag komt meerdere keren terug, en daarom is het belangrijk dat ik dit goed snap Alvast bedankt
Rens S
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 8 september 2002
Antwoord
Om niet steeds de letter D te hoeven herhalen, wijzig ik hem in de letter h die bij soort berekeningen erg vaak wordt gehanteerd. Je moet dus uitrekenen B(3+h) - B(3) ofwel ½(3+h)2 + 2.(3+h) - (½.32+2.3) = ½(3+h)2 + 2.(3+h) - 10½. Uitwerken van de stukjes tussen de haakjes geeft: ½(9 + 6h + h2) + 6 + 2h zodat het eindresultaat is: 4½ + 3h + ½h2 + 6 + 2h - 10½ = 5h + ½h2 Bij "normale" functies zul je bij dit soort berekeningen alle termen die de letter h niet bevatten tegenelkaar zien wegvallen. Hier waren dat dus de getallen 4½ + 6 - 10½
MBL
zondag 8 september 2002
©2001-2024 WisFaq
|