Sinus, cosinus en complementaire hoeken
Gegeven is dat sin(70°) = 0,94 Bereken cos(20°) Gegeven is dat sin(42°) = p Druk cos(42°) in p uit. Wat zijn hiervoor ook al weer de regels en kun je alsjeblieft van beide een uitwerking geven zodat ik kan zien het ook weer moest (Ik mag geen rekenmachine gebruiken!). Ik heb dit ooit gehad en volgens mij is het heel simpel maar na 4 jaar weet ik de regels niet meer en ik kan het nergens meer vinden!
Christ
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 27 augustus 2002
Antwoord
Beste Christiaan Als het goed is heb je een formulekaart (of -boekje). Er is ook een on-line versie. Deze formules werken met radialen i.p.v. graden Als je bedenkt dat /2 overeenkomt met 90° kun je beide problemen met bovenste formules makkelijk oplossen. Nog beter is gewoon een rechthoekige driehoek te tekenen met schuine zijde 1 en de definitie van sinus- o/s dus hier gewoon o(verstaande zijde) - en cosinus- a/s dus hier gewoon a(anliggende zijde) toe te passen. Je hebt dan alleen nog nodig dat in een rechthoekige driehoek de twee andere hoeken altijd samen 90° zijn, en de beroemde stelling van Pythagoras. In feite zie je dan ook het 'waarom' van de formules die je gebruikt.
Zie formulekaart-online
gk
woensdag 28 augustus 2002
©2001-2024 WisFaq
|