De volgende gegegens zijn bekend:
Age M/V Energie Koolh. Vet Eiwit
18 M 8.3 55 32 12
18 V 10.0 34 40 25
19 V 9.5 50 36 10
20 M 9.1 46 41 12
18 V 7.3 60 29 10
19 M 14 52 34 14
19 V 5.6 42 32 25
20 V 9.3 53 39 8
22 V 7.8 62 33 5
18 M 5.7 58 30 12
Energie in mj
Koolhydraten in en%
Vet en%
Eiwit en%
De volgende vragen worden gesteld:
Sanne en Joris zien dat een klein aantal van de vrouwelijke studenten erg hoge vetintake’s hebben; zo vragen zij zich af of een student met bv. een vetinname van 50 en% “significant” afwijkt van het gemiddelde van de groep”.( P0.05).
10. Ga na of dit zo is .
11. Vind je dat in bovenstaande tabel meer vrouwelijke studenten een significant lagere of hogere vetinname hebben dan het gemiddelde van de gehele populatie.
De onderzoekers willen nu wel eens weten of de gemiddelde energie- ,vet-, koolhydraat- en eiwitinname van de studenten vermeld in bovenstaande tabel afwijkt van de Voedingsnormen.
12. Ga door berekening na of dit het geval is en ga hierbij uit van een significantieniveau van P=5%.
Andy P
Student hbo - donderdag 20 oktober 2005