\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Complexe oefening

Ik heb reeds lange tijd gezocht op volgende examenvraag, maar ik geraak er echt niet helemaal uit.

De vraag gaat als volgt:

z4+ 4(1-i)z2+ 3-4i = 0

Ik stel z2=T

Dus daaruit volgt: T2+ 4(1-i)T+ 3-4i=0
Daaruit bereken ik de discriminant
4(1-i)2-4.1.(3-4i)=
4-8i-4-12+16i= -12+8i

Daaruit volgt: (x+yi)2=-12+8i
x2-y2=-12
2xy=8 daaruit volgt: y=4/x

dus x2-(4/x)2+12=0
x2-16/x2+12=0

x2werken we weg: dus dan bekomen we x4+12x2-16=0
de discriminant daaruit: 144-4.(-16)=Ö208=14,42

Op dat punt zit ik slot, ik weet de uitkomsten nl. 1+2i;-1-2i;+/-i

Kunnen jullie me verder helpen?

Steven
3de graad ASO - woensdag 3 augustus 2005

Antwoord

Beste Steven,

Volgens mij ga je bij de eerste discriminant in de fout.

Je schrijft 4(1-i)2-4*(3-4i) maar die eerste 4 moet ook in het kwadraat, dus het hoort (4(1-i))2-4*(3-4i) te zijn, en dit vereenvoudigt zich tot D = -12-16i

Nu gewoon nog de abc-formule verder toepassen en dan terug substitueren.

mvg,
Tom


woensdag 3 augustus 2005

©2001-2024 WisFaq