Oplossen machtsfunctie
Hey, ik was een proeftoets aan het maken, maar ik kwam maar niet uit deze vraag: Los op m.b.v. rekenregels: (0,1)3x = 0,01·Ö10 bvd,
Mark H
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 23 juni 2005
Antwoord
Beste Mark,
(0.1)^(3x) = 0.01Ö10
We bekijken even beide leden apart en schrijven ze wat eenvoudiger:
Linkerlid: (0.1)^(3x) = (1/10)^(3x) = (10^(-1))^(3x) = 10^(-3x)
Rechterlid: 0.01Ö10 = Ö10/100 = 10^(1/2)/10^2 = 10^(-3/2)
Dus: 10^(-3x) = 10^(-3/2)
Neem nu van beide leden de logaritme in basis 10, 10log dus. Ik herinner je eraan dat dat het volgende geldt:
10log(10^a) = a
Lukt het dan verder zo?
mvg, Tom
vrijdag 24 juni 2005
©2001-2024 WisFaq
|