Re: Voorwaardelijke kans
Ik zou niet weten waarom. Ik denk dat de kans op 2 keer kruis 1/4 is. Ik weet niet hoe ik de kans op minstens 1 keer 5 moet berekenen.
Kim
3de graad ASO - zondag 29 mei 2005
Antwoord
De kans op minstens 1 keer een 5 kan op twee manieren:- P(minstens 1 keer een vijf)=P(1 vijf)+P(2 vijven)
P(1 vijf)=P(5,geen 5)+P(geen 5,5)=1/6·5/6+5/6·1/6 P(2 vijven)=1/6·1/6 Dus...
- P(minstens 1 keer een vijf)=1-P(geen vijf)
P(minstens 1 vijf)=1-P(geen vijf)=1-5/6·5/6 Blijft de vraag: waarom is de kans op 'tweemaal kruis en minstens één 5' gelijk aan P(tweemaal kruis)×P(minstens één 5)?
Anders geformuleerd: gegeven de gebeurtenissen A en B. Wanneer geldt: P(A en B)=P(A)·P(B)?
Antwoord: als A en B onafhankelijk zijn! Gezien de titel van je vraag moet dat begrip je bekend voorkomen toch?
Conclusie: P(tweemaal kruis en minstens één 5)=1/4·11/36
En dan moet je er toch wel zijn...
zondag 29 mei 2005
©2001-2024 WisFaq
|