N-de machtswortel van een complex getal
Deze opgave: z3=1+i/i-Ö3 Ik had het zover: =((1+i)(-Ö3-i) / (-Ö3+i)(Ö3-i)) = -Ö3-i-Ö3i+1 / 3+Ö3i-Ö3i+1 = -Ö3-i-Ö3i+1 / 4 En hier zit ik dus vast.. Ik zou dus eigenlijk een deftige a en b moeten hebben om zo makkelijk de modulus en het argument te vinden, waarna ik dan alles makkelijk kan omzetten naar de goniometrische schrijfwijze, .......
stijn
3de graad ASO - maandag 23 mei 2005
Antwoord
Waarom zet je de volgende stap niet? = [(1-Ö3)/4] + i [(-1-Ö3])/4]
maandag 23 mei 2005
©2001-2024 WisFaq
|