Breuk van veeltermen
hoi, Het gaat om het volgende: Ik moet een breuk uitwerken tot een staartdeling. x5-2x4+6x3-6x2+x-1 ---------------------- x2+x Ik heb pas 6 maanden wiskunde dus ik weet niet veel. x2+x/x5-2x4+6x3-6x2+x-1\x2 x4 ----> x2·x2=x4 toch maar nu loop ik vast, wat is x·x2? en hoe moet ik het daarna aftrekken?
éric
Leerling mbo - maandag 8 juli 2002
Antwoord
De teller van je breuk begint met de term x5 en je wilt delen door een noemer die met x2 begint. Je eerste vermenigvuldigstap is dan niet x2 maar zelfs x3. Als je x3 vermenigvuldigt met x2+x, dan krijg je x5 + x4. Je krijgt dus onder elkaar te staan: x5 - 2x4 en x5 + x4 Trek je dit nu van elkaar af dan hou je over -3x4. Daar zet je dan vervolgens 6x3 achter en je volgende vermenigvuldiger is dan -3x2 enz. Overigens komt je staartdeling niet precies uit (dus met rest = 0). Misschien een schrijffoutje gemaakt?
MBL
maandag 8 juli 2002
©2001-2024 WisFaq
|