Haakjes wegwerken bij herleiden

Beste meneer/mevrouw,

Ik heb een paar opgaven over herleiden waarvan ik niet weet hoe ik ze moet uitrekenen (en ook met tussenstap), kunt u de opgaven met de tussenstap en het de antwoorden voor de volgende opgaven beantwoorden (indien mogelijk)?

3p(a+b)=
2q-3(10-q)=
2ab(20+c)=
-(12-a-8+3a+7)=

Ik zou het zeer op prijs stellen als u me kon helpen.

Alvast bedankt!

Jack
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - woensdag 4 mei 2005

Antwoord

Nou vooruit...

A. 3p(a+b)=
Hier staat dat je 3p moet vermenigvuldigen met a+b, dus vermenigvuldig je 3p met a en met b....

3p(a+b) = 3p·a + 3p·b = 3ap + 3bp

Dat is alles... in de laatste stap zet je getallen en letters in de goede volgorde.

B. 2q-3(10-q)=
Hier staat 2q-3·(10-q), met een keer tussen de 3 en de haakjes... dus eerst de haakjes weg:

2q-3(10-q)=2q - 3·10 - 3·-q = 2q - 30 + 3q = 5q - 30

Dat is lastiger... let vooral op de minnen!

C. 2ab(20+c)=

Dat is hetzelfde als A, dus:

2ab(20+c) = 2ab·20 + 2ab·c = 40ab + 2abc

D. -(12-a-8+3a+7)=
Die min voor de haakjes betekent vermenigvuldigen met -1, dus:

-(12-a-8+3a+7) = -1·(12-a-8+3a+7) = -12 + a + 8 - 3a - 7 = -2a - 11

Maa dat kan ook anders... je kunt ook eerste de uitdrukking tussen de haakjes eenvoudiger opschrijven, dus:

-(12-a-8+3a+7) = -(2a + 11) = -2a - 11

Kijk maar 's, hopelijk helpt het...

woensdag 4 mei 2005

©2001-2024 WisFaq