Correlaties tussen oa ja/nee vragen

Hallo, ik zit met een probleem. Mijn enquete die in SPSS is verwerkt, bestaat grotendeels uit ja/nee en ja/nee/mijonbekend vragen (mijns inziens nominale variabelen). Tevens zijn een aantal ordinale variabelen opgenomen (bijv. de vraag wat de maximale zittingsduur is; met meerdere antwoordmogelijkheden: 6 jaar, 6 jaar, 8 jaar, 10 jaar, 12 jaar).
Nu wil ik een overzicht maken waarbij ik onderzoek of er correlaties bestaan tussen 2 afzonderlijke vragen (dus tussen 2 ja/nee vragen onderling, tussen ja/nee en ja/nee/mijonbekend vragen, en tussen deze nominale variabelen met de ordinale variabelen). Mijn eerste vraag is of ik hier uberhaupt een zinnige correlatieberekening op kan loslaten? Zoja, stuit ik op de volgende problemen:
1) Welke toets mag/moet ik hiervoor gebruiken? Een Spearman's rangcorrelatie mag mijns inziens niet omdat het deels nominale variabelen betreft, en bij een Wilcoxon toets worden de gelijke antwoorden (bijv vraag 1 en 2 zijn beide ja), knopen, buiten beschouwing gelaten, terwijl ik dat juist interessant vind en wel wil onderzoeken.
2) Hoe moet ik bij dit soort vragen de correlatiecoefficient interpreteren? Wil een (significant) positieve correlatie bijvoorbeeld zeggen dat de combinatie "vraag 1 = ja", "vraag 2 = ja" significant vaker voorkomt, of de combinatie "nee" "nee". Bij een negatieve correlatiecoefficient zit ik met hetzelfde interpretatieprobleem.
En hoe zit het met de interpretatie van de coefficient tussen een ordinale variabele en een nominale variabele?

Een heel verhaal! Mocht hetgeen beschreven niet geheel duidelijk zijn, laat het me a.u.b weten!

Ik hoop dat u mij uit de brand wil helpen.
Met vriendelijke groet,
Bram

Bram V
Student universiteit - maandag 7 februari 2005

Antwoord

Een ja/nee/onbekend vraag is zeker niet ordinaal, en dat meetniveau heb je bij beide variabelen nodig om rangcorrelaties te berekenen. Ook stel je terecht dat Wilcoxon door de knopen niet erg geschikt is. Daarnaast is er nog iets anders wat je wellicht over het hoofd ziet.
Het gegeven antwoord (ja/nee) kan afhankelijk zijn van de leeftijdscategorie MAAR NIET ANDERSOM !! De ja/nee variabele is de mogelijk afhankelijke en dat maakt in dit geval een hoop technieken (waaronder Wilcoxon) onbruikbaar.
Er is zeker een alternatief:
1) Vaststellen of er een verband is met een chi-kwadraattoets op onafhankelijkheid.
2) Daarna eventueel de sterkte van het verband in de steekproef vaststellen met Cramer's V (dit is de nominale variant voor correlatie)
3) Wanneer de chi-kwadraattoets afhankelijkheid aangeeft eventueel door percenteren (in elk van de leeftijdsklassen) het verschil laten zien.

De interpretatie van deze technieken kun je wellicht zelf nu achterhalen.

Met vriendelijke groet
JaDeX

dinsdag 8 februari 2005

©2001-2024 WisFaq