Rijen
Ik doe een zomercursus A2, en we gaan nogal snel door de stof heen en wordt er vaak aangenomen dat we dingen al weten. Maar ik weet helemaal niets van rijen! De opdracht 1. Bereken 1+2+4+8+...+512 Ik neem aan dat daar een methode voor is.
2. Bereken 100 (erboven)åk=0 (eronder) (2·k+1)= 1+3+5+7+...+201
en nog eentje! 3. Bereken 2-2·1.01-2·1.012-...-2·1.01^25
Judith
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 27 juli 2004
Antwoord
Hallo
De som van een meetkundige rij bereken je met de formule:
rn-1 ---- *t1 r-1
In jouw som is r=2 n=10 en t1=1 dus: (op je rekenmachine) ((210)-1)/(2-1)*1=1023
In de derde som moet worden berekend: 2-(t1+t2...+t25) De som van t1tm t25is dus: ((1,0125)-1)/(1,01-1)*2*1,01= 57,05. 2-57,05= -55,05
De bedoeling van de tweede som begrijp ik niet goed. Misschien kan je wat meer informatie geven.
met vriendelijke groeten
pl
dinsdag 27 juli 2004
©2001-2024 WisFaq
|