Somnotatie
Hoe kan ik het volgende berekenen? 10 å (100·(1/3)^i) i=1
Annika
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 17 juni 2004
Antwoord
beginnen we bij de vraag: HOE reken je op een slimme manier a+a2+a3+...+an uit? De TRUC is dat je de gehele reeks vermenigvuldigt met (1-a)/(1-a). (dit is immers gelijk aan 1) Als je goed kijkt, vallen in de teller de a2, de a3, de a4, .... t/m de an tegen elkaar WEG. en hou je in de teller alleen over: a-an+1. Dus het eindresultaat is: Alleen: jouw vergelijking is van de gedaante: b.a + b.a2 + b.a3 + ... + b.an. Dus haal je simpelweg de b buiten haakjes en krijg je: In deze formules kun je nu makkelijk jouw getallen invullen. Merk op dat bovenstaande afleiding geldt voor wanneer de exponent (die jij i noemt) begint bij 1. Zou je nu zelf kunnen afleiden hoe de formule eruit moet ziet wanneer je bij i=0 zou beginnen? (dus 1+a+a2+...+an) groeten, martijn
mg
donderdag 17 juni 2004
©2001-2024 WisFaq
|