Sommen met/zonder haakjes
Ik heb 2 vragen: 1) Hoe moet je de haakjes wegwerken? b.v. : -4a(a2-5) 2) Hoe moet je bij een som zonder haakjes een som met haakjes maken? b.v. : a2+3a= groetjes loes
loes
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - donderdag 3 juni 2004
Antwoord
Hoi Loes,
Het plaatsen en weghalen van haakjes is alleen een andere manier van notatie. Er staat hetzelfde, alleen anders genoteerd. Bij opgave 1 staat eigenlijk (in woorden omschreven) dat je -4a maal het geheel tussen de haakjes doet (a2-5). Dit betekent feitelijk: doe -4a maal a2 en -4a maal -5. Als je dit netjes opschrijft staat er: -4a(a2-5) = -4a·a2 -4a·(-5) = -4a3 + 20a Opgave 2 werkt net de andere kant op. In dit geval kan je een a "buiten haakjes halen". Dit geeft: a2 + 3a = a(a + 3) (zie je waarom??)
Succes
Erica
donderdag 3 juni 2004
©2001-2024 WisFaq
|