Kansspel met kaarten
Hendrik en Clarien zijn samen een spel aan het spelen. Voor dit spel hebben ze gewone speelkaarten nodig. Niet de hele stok kaarten wordt gebruikt, slechts de kaarten met het cijfer 2 t/m 5 zijn nodig voor dit spel.
Om het spel te beginnen worden de kaarten goed geschut. Vervolgens pakt Hendrik twee kaarten.
Hendrik bekijkt zijn kaarten. Wanneer hij twee kaarten heeft van dezelfde kleur (rood of zwart), mag hij de cijfers van beide kaarten optellen. Deze som is zijn score. Zijn de kaarten van verschillende kleur, dan telt de kaart met het hoogste cijfer als score.
De uitbetaling: Als Hendrik een hogere score heeft dan 7, krijgt hij vijf euro van Clarien. In de overige gevallen krijgt Clarien twee euro van Hendrik.
Vraag: Hoeveel winst of verlies zal Hendrik hebben na 100 spelletjes?
Linda
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 27 mei 2004
Antwoord
Je hebt dus 12 kaart, klaveren, schoppen, ruiten en harten... en dan 2 t/m 5. Hendrik pakt 2 kaarten... nu zijn er twee mogelijkheden... Hendrik heeft een score van meer dan 7 (gebeurtenis A) of niet (niet A). Dus we moeten een kanstabel maken!
Om dan te te verwachte winst te berekenen bereken je:
E(winst) = P(niet A)·-2 + P(A)·7
Nu jij weer
vrijdag 28 mei 2004
©2001-2024 WisFaq
|