Betekenis van x
In een bank wordt 1780 euro afgegeven in bankbiljetten van 10 euro, 20 euro, en 50 euro. Het aantal biljetten van 20 euro is 7/4 van het aantal biljetten van 10 euro. Er zijn 8 maal meer biljetten van 50 euro dan biljetten van 10 euro. Hoeveel bankbiljetten van elke soort zijn er?
Oplossing : x = aantal biljetten 1 + 7/4 + 8 = x 4/4 + 7/4 + 32/4 = x 4 + 7 + 32 = x 43 = x
4 biljetten · 10 euro = 40 euro 7 biljetten · 20 euro = 140 euro 32 biljetten · 50euro = 1600 euro samen = 1780 euro
De oplossing is juist maar dit is toeval. Bovenstaande kan anders, maar hoe? Kan de x niet anders geplaatst worden?
Jelle
2de graad ASO - vrijdag 23 april 2004
Antwoord
Echt 'voordehandliggend' is de keuze van x niet. In de uitwerking gebeuren er ook nog vreemde dingen!
Ik zou voor het aantal 10-euro-biljetten x nemen. Er geldt dan (in de volgorde: 10-20-50):
10·x+20·7/4x+50·8x=1780 445x=1780 x=4
Dus 4 biljetten van 10, 7 biljetten van 20 en 32 van 50.
Hopelijk helpt dat.
vrijdag 23 april 2004
©2001-2024 WisFaq
|