Basis
Bewijs dat {(1,3),(2,-4)} een basis is van ^2. Schrijf (a,b) als een lineaire combinatie van de basisvectoren (1,3) en (2,-4)
Ik pakte dit als volgt aan: eerst aantonen dat det[1, 2; 3, -4]¹van nul (dit is zo) Dan via Guas Jordan: [1, 2, a; 3, -4, b] dan bekom je op het einde
: 2·a + b † ¦ 1 0 ————————— ¦ ¦ 4 ¦ ¦ ¦ ¦ - 2·a + b ¦ ¦ 0 1 ——————————— ¦ : -8 :
dan kan je schrijven dat (a,b)= [(a+b)/4].(1,3) + [(-2a+b)/-8].(2,-4) Maar hoe kan je hieruit a en b berekenen?
Kan iemand me hierbij helpen aub?
Dank bij voorbaat
Anne
3de graad ASO - zaterdag 13 maart 2004
Antwoord
Pak je het niet iets te zwaar aan? Je moet (a,b) schrijven als lineaire combinatie van de twee gegeven basisvectoren. Begin met (a,b) = l(1,3) + m(2,-4) waar direct uit volgt dat 3a = 3l + 6m en b = 3l - 4m (de eerste vergelijking is, zoals je vast doorhad, reeds met 3 vermenigvuldigd). Zet deze twee vergelijkingen onder elkaar, trek ze af en je krijgt 3a - b = 10m. Je hebt nu dus de 'waarde' van m, dús ook van l en je bent er.
MBL
zaterdag 13 maart 2004
©2001-2024 WisFaq
|