Meetkunde de cirkel
Bereken de hoeken van de koordenvierhoek ABCD als hoek A=2* hoek C en 4*hoekB= 3*hoek C. Mijn bewerking: A+B+C+D=360° 2C+3/4C+C+D=360° D=(360/2-3/4-1)*C D=178.25° Ik denk dat het antwoord niet juist is, kunnen jullie mij helpen? alvast bedankt.
mieke
2de graad ASO - zaterdag 17 januari 2004
Antwoord
Ik snap niet zo goed hoe je van 2C+3/4C+C+D=360° naar D=(360/2-3/4-1)C komt en ook niet dat D dan 178.25° zou zijn. Ben je ook op de hoogte van het feit dat in een koordenvierhoek twee overstaande hoeken samen 180° zijn? Als ik nu even aanneem dat A en C overstaande hoeken zijn, dat weet je dus ÐA=2*ÐC en dat ÐA+ÐC=180°, dus 2*ÐC+ÐC=180°, dus 3*ÐC=180°. Kun je zo verder?
zaterdag 17 januari 2004
©2001-2024 WisFaq
|