Lootjes trekken met 4 personen
Ik heb morgen een toets wiskunde dus ik was een som aan het maken maar begreep iets niet. In de opgave stond dat Leo, Kees, Mam en Pap lootjes gingen trekken. Op de lootjes staan de letters L,K,M,P. Ik weet al dat er 24 mogelijkheden zijn alleen dan wordt er gevraagd: als iemand zichzelf trekt dan doet iedereeen zijn briefje terug in de vaas en wordt opnieuw geloot. Hoe groot is de kans dat een loting opniuw moet beginnen. Ik heb van alles geprobeerd maar kom niet op het juiste antwoord dat 15/24 moet zijn. Kun je mij misschien op weg helpen
alvast bedankt
Mart v
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - dinsdag 13 januari 2004
Antwoord
Als je een kansprobleem tegen komt waar je niet 1-2-3 ziet hoe je dat moet oplossen kan je proberen een boomdiagram te tekenen:
Je ziet dan alle mogelijkheden en als je overal letters bij zet kan je zien hoeveel mogelijkheden 'gunstig' zijn en hoeveel niet. Hierboven zie je dat L meteen al zijn eigen lot trekt, dus die hele tak doet al niet meer mee... dus dat zijn er al zes!
Een goede oefening is om zelf zo'n boomdiagram te maken. Ik heb er nog wel eentje voor je. Moet je er alleen even zelf de letters bij zetten.
Klik op Boomdiagram 4-3-2-1 om het boomdiagram te printen....
Hopelijk helpt dat.... ander horen we 't wel weer.
dinsdag 13 januari 2004
©2001-2024 WisFaq
|