Vereenvoudigen van een vgl
In de les hebben wij volgende vergelijking: 2n2+7n+6 vereenvoudigd tot 2.(n+2).(n+3/2) Als ik dat uitwerk klopt het wel, maar ik snap niet hoe je eraan komt Eerst wordt van 2n2+7n+6 de discriminant berekent = 81 Dan zijn er twee oplossingen: -1/2 en -3/2 Tot daar ben ik mee, maar hoe kom je dan aan 2(n+2)(2n+3)? Bestaat er daar een formule voor ofzo?
charlo
3de graad ASO - donderdag 8 januari 2004
Antwoord
Als je van een veelterm alle nulpunten kent dan weet je dat die veelterm ook te schrijven is als k(x-x1)(x-x2)(x-x3)...(x-xn)=0 (·) waarbij de xj's de nulpunten voorstellen. Alleen de constante factor k blijft onbekend, omdat voor elke waarden van k die veelterm dezelfde nulpunten heeft. De waarde van k kan je halen uit de coefficient van de hoogstegraadsterm. Inderdaad als je (·) uitwerkt, dan bekom je iets van de vorm k xn + .... In jouw specifieke geval maak je enkele fouten. De nulpunten zijn -3/2 en -2, zodat k(x-(-2))(x-(-3/2)) k(x+2)(x+3/2) Uit de oorspronkelijke gedaante volgt dat k=2, dus 2(x+2)(x+3/2) Die factor 2 kan je in de laatste factor onderbrengen (x+2)2(x+3/2) (x+2)(2x+3) Dus zowel je eerste poging als je tweede poging zijn fout. Geen wonder dat je dan moeite hebt om het achteraf te begrijpen
donderdag 8 januari 2004
©2001-2024 WisFaq
|