Deelruimte
Hoe bepaal je de basis van de deelruimte van (x:Ax=0) van R^5 van A= (1 3 -1 4 1) (2 1 1 7 1) (2 -4 4 6 0) (3 4 0 11 2) Ik begrijp niet hoe je nu zomaar kunt bepalen wat de vrije variabelen zijn en wat je eigenlijk aan het doen bent. Aub kunt u mij helpen. Eef
evelie
Student universiteit - dinsdag 6 januari 2004
Antwoord
Om te beginnen met je laatste vraag: wat ben je eigenlijk aan het doen. Je bent op zoek naar vectoren vÎ5 waarvoor geldt: A·v = 0 (de nulvector dus). De vector v heeft vijf kentallen. Laten we deze voor het gemak even aanduiden met a, b, c, d en e. Nu willen we alle waarden voor a, b, c, d en e weten, waarvoor de bovenstaande gelijkheid geldt. Je kent waarschijnlijk wel het veegproces, ook wel Gauss-eliminatie genoemd. Beginnend met de matrix kom je met vegen tot het volgende resultaat: Hieraan kun je zien dat je maar liefst drie vrije variabelen hebt. De keuze van bijvoorbeeld c, d en e is dan vrij. (Je mag ook drie andere variabelen vrij kiezen) Uit de geveegde matrix haal je de vergelijking: -5b + 3c - d - e = 0, dus b kun je uitdrukken in c, d en e. De bovenste regel in de geveegde matrix geeft dan de vergelijking: a + 3b - c + 4d + e = 0, waarmee dus ook a uitgedrukt kan worden in c, d en e. Kies nu bijvoorbeeld achtereenvolgens: c=1, d=0, e=0 ® b=3/5, a=-4/5 c=0, d=1, e=0 ® ... c=0, d=0, e=1 ® ... Dan heb je je basis! succes. groet,
dinsdag 6 januari 2004
©2001-2024 WisFaq
|