Rekenregels
Van een voorbeeld begrijp ik niet hoe men tot de oplossing komt: 27(3log2)= ((3log2) is het exponent van 27 maar ik weet even niet hoe ik dat moet intoetsen)
Oplossing:27(3log2)= (33)(3log2)=(3 (3log2))3=23=8
Kunt u mij hiermee op weg helpen? groeten,
joop
Iets anders - donderdag 6 november 2003
Antwoord
Eerst en vooral moet je goed de definitie kennen: blog(x)=y Û x=by met bÎ+0 en b¹1.
Noem 3log(2)=y Û 3y=2
27^(3log(2))=27y=(33)y=33.y=(3y)3=23=8.
Nu moet je niet elke keer die substitutie effectief gaan doorvoeren. In feite komt het er enkel op neer dat je opmerkt dat ax en alog(x) inverse functies zijn: d.i. alog(ax)=x en aloga(x)=x
Mvg,
Els
donderdag 6 november 2003
©2001-2024 WisFaq
|