Bewijs mbv inductie
T(n)= 1 (als n=1) = T(n-1)+2^n (anders dan 1) is gelijk aan T'(n)=2^(n+1) - 1 basis stap n=2 T(1)= 1 T(2)= (2-1)+2^2 = 4 = 5 T'(2)= 2^3 - 1 = 7 hoe gaat het verder? Ik loop nu een beetje vast.
Peter
Student universiteit - zondag 14 september 2003
Antwoord
Hallo Peter, De opgave klopt niet helemaal, want T(2)=T(1)+22 = 1+4=5 En T'(2)=23-1=7 zoals je zelf schreef... Het klopt wel als je T(n)=1 als n=0 stelt en nog steeds T(n)=T(n-1)+2^n als n0 Dus T(0)=1 T(1)=3 T(2)=3+22=7 enzovoort. Dan het bewijs: Stel dat het werkt voor T(n)=T'(n), er is te bewijzen dat T(n+1)=T'(n+1) T(n+1)=T(n)+2^(n+1) (per definitie van T(n+1)) = T'(n)+2^(n+1) (inductiehypothese T(n)=T'(n)) = 2^(n+1) - 1 + 2^(n+1) (per definitie van T'(n)) = 2*2^(n+1) - 1 = 2^(n+2) - 1 = T'(n+1) (per definitie van T'(n+1)) En daarmee is de gelijkheid van T en T' bewezen! Groeten, Christophe.
Christophe
zondag 14 september 2003
©2001-2024 WisFaq
|