Kansrekenen

Ik heb hier de volgende vraag, maar ik zou niet weten wat ik hier mee aan moet...
In odin's klas zitten 16 leerlingen. Schat door simulatie de kans dat er minstens twee leerlingen op dezelfde dag jarig zijn. TIP: maak gebruik van de functie sortA die een getallenrij op volgorde van klein naar groot kan zetten, en van de functie (staat een driehoekje)list die de verschilrij van een serie getallen kan maken. Het is handig direct een programma te schrijven dat het kansexperiment een groot aantal keer kan herhalen.
Hoe moet ik dat doen dan met dat programma enzo? hoop dat jullie mij kunnen helpen!

Michel
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 8 september 2003

Antwoord

Hallo Michel,

Met behulp van de For lus kunnen we een aantal opdrachten die nodig zijn voor een simulatie een vast aantal keer laten herhalen.

0®S
100®N
For(I,1,N)
   opdracht-1
   opdracht-2
   .
   .
   ”test waaraan de simulatie moet voldoen
   If ........
   Then
      S+1®S
   End
End
Disp "S/N",S/N

In dit geval wordt het aantal simulaties 100 keer uitgevoerd.
Als we het aan de gebruiker willen overlaten hoe vaak de simulatie wordt uitgevoerd dan kunnen we de opdracht
100®N
vervangen door
Promt N
of door de opdracht
Input "AANTAL KEER?",N

In deze opdracht moet je goed nadenken over de test waaraan je simulatie moet voldoen. Met de teller S houden we bij hoe vaak aan de voorwaarde is voldaan.

Tip : zoek eens in WisFaq op simulatie of simuleren

wl
maandag 8 september 2003

©2001-2024 WisFaq