Ik zoek argumenten om de stellingen "de drie middelloodlijnen van de zijden van een driehoek snijden elkaar in één punt", "dit punt is het midddelpunt van de omgeschreven cirkel van de driehoek" en "in een regelmatige veelhoek met "n" hoeken is elke hoek 180-(360/n)".Concrete bewijzen als voorbeelden zijn helaas niet genoeg, het moet duidelijk zijn dat het bij elk getal zo is. Bij voorbaat dank
tom ge
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - maandag 4 februari 2002