Ik kom niet uit de volgende som:
Jose zit aan de rand van een diepe kloof. Ze vraagt zich af hoe diep de kloof is. Op een hoogtekaartje ziet ze dat ze zich op een hoogte van 650 meter bevindt en dat de overkant van de kloof op hoogte 735 meter is.
Recht tegenover haar steekt een scherpe rots naar voren. Ze meet de hoeken vanaf het punt waar ze zit. De hoek naar boven is 48 graden en de hoek naar beneden is 63 graden.
Bereken in meters nauwkeurig hoe diep de bodem van de kloof zich onder Jose bevindt.
Volgens het antwoordenboek is het antwoord 150 meter maar ik zie niet hoe ze dat gedaan hebben.
Boek:Getal in Ruimte 3HV1
blz.196 som 24
Imp
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - woensdag 18 juli 2001