Steekproefberekening
Hallo, Wij hebben u paar keer gemaild over ons steekproefgrootte. Nu hebben wij berekeningen opgesteld naar aanleiding van ons populatie deze ziet er als volgt uit: nauwkeurigheid= 5% betrouwbaarheid= 95% z-waarde= 1.96 Nu hebben wij z.wortel((p.q)/n) 1.96.(wortel 50.50/wortel n)=5 hier komt uit n= 384 N= 3.458.000 n= 384 N/(n+N-1) 3.458.000/(384+3.458.000-1) dan krijg je 384.(3.458.000/ 3.458.383)= 384. 0,9998892546= 383,957473766 Dus 384. Klopt het dat wij dan 384 mensen moeten gaan enqueteren???? Hopend een spoedig antwoord van u te mogen ontvangen..... Alvast bedankt voor uw medewerking Met vriendelijke groeten, Meryem en Melis
Meryem
Student hbo - maandag 21 juli 2003
Antwoord
Zoals bij jullie eerdere vraag al stond (vraag#13083) hoef je in jullie geval geen rekening te houden met de grootte van je populatie (de N = 3 458 000). Dit doe je alleen als het aantal elementen in je steekproef groot is ten opzicht van het aantal elementen in je populatie. (Zoals uitgelegd staat in vraag#11725) In jullie berekening komen jullie dan ook ook twee keer op dezelfde n uit (n=384). Bij een steekproefgrootte van 384 kan het zijn dat je onnauwkeurigheid toch boven de 5% uitkomt (1.96·Ö(50*50/384)=5.001. Je zou dus ook kunnen besluiten om 385 personen te interviewen, maar dit is misschien meer voor kniesoren.
donderdag 7 augustus 2003
©2001-2024 WisFaq
|