Kunt u misschien uw antwoord wat duidelijker uitleggen?
Bedankt.
Eelco
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 7 mei 2003
Antwoord
De oppervlakte van tussen de grafiek van (x-2)2 en die van -Öx is
0ò2 [(x-2)2 - (-Öx)] dx = 0ò2 [(x-2)2 + Öx)] dx = de integraal die je moest berekenen
Conclusie: de functies (x-2)2 en -Öx bakenen samen met de rechten x=0 en x=2 een gebied af dat als oppervlakte de waarde van de gegeven integraal heeft.