Rijen, rente en annuïteiten
Is er een logisch verband tussen een meetkundige rij, spaarrekeningen en annuïteiten? Hoe kan je de formules en de berekeningen van annuiteiten en andere hypotheken mbv wiskunde verklaren?
Wij zouden graag zo spoedig mogelijk antwoord willen krijgen op deze vragen. Het is van groot belang voor ons werkstuk. Als we de informatie niet voor overmorgen binnenkrijgen hebben wij een probleem, want deze vragen zijn ons knelpunt waardoor we niet verder kunnen gaan
Alvast bedankt met vriendelijke groet
Lennar
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 7 mei 2002
Antwoord
Een algemene term van een meetkundige rij heeft de volgende gedaante:
t(n) = a·rn.
Het komt er op neer dat het aanvangsgetal a steeds wordt vermenigvuldigd met hetzelfde getal r, de zogenaamde reden.
Neem een spaarrekening met bijvoorbeeld een startkapitaal van 500 euro en een jaarlijkse rente van 3,5 %.
Je weet vast wel dat de grootte van het kapitaal na t jaar dan gegeven wordt door de groeiformule:
K = 500.1,035t
Maar dan heb je het verband toch! Je beginkapitaal wordt gewoon elk jaar opnieuw met hetzelfde getal 1,035 vermenigvuldigd.
En dus is het een meetkundige rij!
Meer over rente, lease e.d. kan je vinden bij:
MBL
donderdag 9 mei 2002
©2001-2024 WisFaq
|