Zit met een probleempje, wiskunde is wat roestig geworden in alle jaren .
Ik heb een object wat van 0 naar een eindsnelheid van 230°/sec versnelt in 0.3s. daarna draait het element eenparig tot vlak voor het bereiken van of 90° of 180° (afhankelijk van cyclus). vlak voor die 90° of 180° gaat het object weer vertragen naar 0, weer in die 0,3s.
Tot zover heb ik de volgende getallen berekend:
V0 = 0 rad/s
V1 230°/s = 230·($\pi$/180) = 4rad/s
Versnelling = 6/0.3 = 13.4rad/s2
Met deze versnelling heb ik in die 0.3s (13.4·0.32)/2 = 0.6rad afgelegd. Ook tijdens de vertraging heb ik diezelfde 0.6rad afgelegd.
Blijft over voor eenparig draaien 1.57-(2·0.6) = 0.37rad
met een draaisnelheid van 4rad/s kost deze verdraaiing mij 0.37/4=0.09s bij 90°, en 1.94/4=0.48s bij 180°
Totale tijd voor 90° is dus 0.09+(2x0.3)=0.69sec Totale tijd voor 180° is 0.48+(2x0.3)=1.08s.
Heb ik dit goed? Of heb ik toch ergens een fout gemaakt?
Dick T
Iets anders - dinsdag 7 februari 2023
Antwoord
Hallo Dick,
Volgens mij klopt dit helemaal. Ik vind het alleen wat onlogisch om eerst om te rekenen naar de eenheid radialen, om vervolgens de waarde van $\pi$ in berekeningen af te ronden. Je kunt dan net zo goed met de eenheid 'graden' blijven rekenen.