Een chemische reactor is voor 30% gevuld met stof A, voor 50% met stof B en voor 20% met stof C. Deze stoffen reageren onderling.
Uit berekeningen blijkt dat na een dag het volgende gebeurd zal zijn: van stof A blijft 60% behouden, 30% wordt omgezet in stof B en 10% in stof C; van stof B blijft 50% behouden, 40% wordt omgezet in stof A en 10% in stof C; van stof C blijft 40% behouden, 40% wordt omgezet in stof A en 20% in stof B.
Bereken de situatie op dag 1-2-3
Ik heb dan een kolommatrix opgesteld met de beginsituatie 30 % A, 50 % B en 20 % C en een overgangsmatrix
A B C 0.6 0.40 0.40 0.30 0.50 0.20 0.10 0.10 0.40
Maar als ik deze dan vermenigvuldig kom ik niet de uitkomst uit die in het handboek staat...
Anonie
Overige TSO-BSO - zaterdag 4 juni 2022
Antwoord
Met de matrix M is en kolommatrix V kan je M·V zo berekenen:
Ik kom dan uit op:
Had je dat ook? Of wat moet het zijn? Je kunt ook een plaatje sturen.