Een vaas bevat 4 rode en 6 witte ballen. Men neemt 3 ballen zonder teruglegging. Als X het aantal getrokken rode ballen voorstelt bepaal dan de dichtheidsfunctie of kansfunctie van X.
leerli
3de graad ASO - zondag 29 mei 2022
Antwoord
Neem aan dat je $X$ rode ballen trekt. Vervolgens kan je uitrekenen wat je kans is op $X=0$, $X=1$, ... Na de eerste twee krijg je vast een idee voor het algemene geval.
Daar staat het aantal manieren om zonder terugleggen $0$ rode ballen en $3$ witte ballen te pakken gedeeld door het aantal manieren om $3$ ballen te pekken.
Heb je dan een idee hoe het 'algemene geval' er uit moet zien?