bewijs dat in een regelmatige n-hoek de zijde, resp. het apothema, gegeven worden door Zn = 2Rsin(pi/n) en An = Rcos(pi/n), waarbij R de straal van de omschreven cirkel is. stel R=1/2 en n=96. bereken de oppervlakte van de ingschreven 96-hoek. beschouw nu de 96-hoek waarvoor A96=R, (d.i. de omgeschreven 96-hoek) en bereken hiervan de omtrek. het insluiten van een cirkel met een straal 0,5 werd reeds door archimedes uitgevoerd om een benaderde waarde van pi te berekenen. hij kwam tot de conclusie dat 3.(10/71) $<$ pi $<$ 3. (1/7)
Eline
2de graad ASO - dinsdag 18 januari 2022
Antwoord
Je hebt genoeg aan het plaatje dat in het antwoord bij je vorige vraag staat.
Eén sector van de $n$-hoek hoort bij $\eqalign{x=\frac\pi n}$; dat geeft je de omtrek. In het plaatje is de lijn van het midden naar de koorde het apothema, en die is dus $R\cos x$ lang. De rest is een kwestie van invullen.
Overigens is het een goed idee de spelregels nog eens goed te lezen, in het bijzonder punt 8.
Als je alleen maar een som overschrijft en niet de moeite neemt zelf een vraag te formuleren gooien we de vraag gewoon weg.