Ik vroeg mij af of jullie kunnen aangeven of ik de volgende vraag goed heb beantwoord:
Op een groot instituut is onderzoek gedaan naar het aantal verzuimdagen van studenten. Voor een willekeurige student geldt dat dit aantal verzuimdagen beschreven kan worden door een kansvariabele k met een kansfunctie die weergegeven is in de volgende tabel.
Aantal verzuimdagen P (k = k) 0 0,36 1 0,26 2 0,16 3 0,10 4 0,06 5 0,04 6 0,02
Bereken de standaarddeviatie van het aantal verzuimdagen.
Ten eerste heb ik de verwachtingswaarde van het aantal verzuimdagen als volgt berekend:
Vervolgens heb ik de variantie van het aantal verzuimdagen als volgt berekend:
Var(k) = Σ(k – E (k))2 x f(k) = (0 – 1,44)2 X 0,36 + (1 – 1,44)2 X 0,26 + (2 – 1,44)2 X 0,16 + (3 – 1,44)2 X 0,10 + (4 – 1,44)2 X 0,06 + (5 – 1,44)2 X 0,04 + (6 – 1,44)2 X 0,02 = 2,4064
Klopt het dat de standaarddeviatie als volgt berekend wordt, en is het antwoord goed?
Var (z) = 6Var(x) = 6 X 2,4064 = 14,4384$\to$ s (z) = √ 14,4384 = 3,7997
Bij voorbaat dank
Lesley
Iets anders - maandag 20 september 2021
Antwoord
Het lijkt me niet. Wat zijn $z$ en $x$ en wat is hun relatie met $k$? De definitie van standaarddeviatie is "de wortel uit de variantie", dus $\sigma(k)=\sqrt{\operatorname{Var}(k)}=\sqrt{2{,}4064}$.