Een figuur toont een bovenaanzicht van 7 bierblikjes, die door een touw bij elkaar worden gehouden. de cirkels stellen de bovenzijde van de blikjes voor en de andere kromme, die duidelijk geen cirkel is, het touw. De uiteinden van het touw passen net aan elkaar, er is geen overlapping. als alle blikjes een diameter van 6 cm hebben, bepaal dan de lengte van het touw.