ik kom er maar niet achter hoe t werkt. wilt u mij deze vraag uitleggen/uitwerking geven. 1. Hendrik en Clarissa hebben vanmiddag een repetitie frans, in deze repetitie krijgen zij multiple-choice vragen. Zij hebben echter niet erg goed geleerd. Hendrik kent eenderde van wat hij moet weten en Clarissa kent twee- vijfde. Neem aan dat hetgeen wat ze kennen ze ook daadwerkelijk goed hebben. ze krijgen 20 vragen, allebei dezelfde vragen, hoe groot is de kans dat Clarissa en Hendrik allebei vraag 4 en vraag 5 goed hebben?
bart
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 30 maart 2003
Antwoord
Beste Bart
Kwestie van vermenigvuldigen (en begrijpen waarom) De kans dat Hendrik en Clarissa en willekeurige vraag (bijv vraag 4) beiden goed hebben is 1/3 x 2/5= 2/15
De kans dat vraag 4 en 5 goed zijn is dan 2/15 x 2/15
N.B Als de vraag is de kans dat ze alleen deze twee vragen beide goed hebben krijg je een ander verhaal !