Helpt het als je de breedte van de rand $b$ noemt en dan de oppervlakte van de rand uitdrukt in $b$? De totale oppervlakte van de rand en bord is 16 dmē, dus de lengte van het bord is gelijk aan $4$, maar ook gelijk aan $2b + \sqrt {14}$.
Je kunt dan een vergelijking opstellen en die vergelijking kan je dan oplossen om de waarde van $b$ te berekenen.
De lengte van de zijde van het hele schaakbord is $4$ en de lengte van het schaakbord zonder rand is $\sqrt{14}$. Het verschil is twee keer de rand dus bereken het verschil en deel dit verschil door twee en je weet de breedte van de rand.