Welnu, het gedeelte (1/3x3-x)/(x+1) moet je 'ontrafelen' mbv een staartdeling. Dit levert: 1/3x2-1/3x-2/3+(2/3)/(x+1) Deze componenten integreren wat makkelijker dan (1/3x3-x)/(x+1), nietwaar?
Dus hebben we: [(1/3x3-x)ln(x+1)] - ̣1/3x2-1/3x-2/3+(2/3)/(x+1) dx = [(1/3x3-x)ln(x+1)] - [(1/9)x3-(1/6)x2-(2/3)x+(2/3)ln(x+1)] = [(1/3x3-x-(2/3))ln(x+1) -(1/9)x3 + (1/6)x2 + (2/3)x]
b. (x2+1)arctan(x) ̣(x2+1)arctan(x)dx =[(1/3x3+x)arctanx] - ̣(1/3x3+x)/(1+x2) dx
Ook hier geldt weer: de breuk ](1/3x3+x)/(1+x2) ontrafelen dmv een staartdeling. Hetgeen resulteert in 1/3x + (2/3)x/(1+x2)